Het onderwijsconcept van de Latijnse School is een oplossing voor de volgende problemen binnen het huidige (Amsterdamse) onderwijs:

 Internationale oriëntatie

Amsterdam heeft grote behoefte aan uitbreiding van het internationale onderwijs. De Latijnse School geeft internationalisering een structurele plaats in haar onderwijs door vroeg onderwijs in meerdere vreemde talen aan te bieden.

 Vreemde talen

Traditioneel zijn in het Nederlandse onderwijs de vreemde talen het object waarover geleerd wordt, met als voertaal daarbij het Nederlands. Zo gebeurt het op veel scholen nog steeds.

Bij de Latijnse Schoolmethode gebruiken leerkracht en leerling de taal die geleerd wordt ook als taal waarmee geleerd wordt. Daarbij maakt de Latijnse School gebruik van de ‘natuurlijke methode’: de taalverwerving begint met luisteren, begrijpen en spreken. Hierdoor is het leren van een vreemde taal niet alleen leuker, maar gaat het leerproces ook sneller en efficiënter, waardoor meer tijd overblijft voor andere zaken. Lezen en schrijven volgen later.

Daarnaast worden aan de Latijnse School alle moderne vreemde talen onderwezen door native speakers en worden ook sommige andere vakken gegeven in een vreemde taal. Daarbij ligt de nadruk op interactie. Zo ontstaan communicatiesituaties waarin leerlingen wel moéten experimenteren met de vreemde taal om samen tot begrip en betekenis te komen. De woorden en structuren die de leerling dan gebruikt, zijn zo betekenisvol en contextrijk dat de kans op onthouden en hergebruik veel groter is.

Beleid Europese Unie

Nederland loopt met meertalig onderwijs achter bij het Europees gemiddelde. Met haar onderwijsaanbod wil de Latijnse School een impuls geven aan het beleid van de Europese Unie om alle Europeanen meerdere vreemde talen te laten leren en haar burgers op te voeden tot mondige Europese burgers die naast hun moedertaal minimaal twee andere talen beheersen.

Bewegingsonderwijs

Amsterdamse kinderen zijn minder fit dan eerdere generaties en een te groot aantal van hen kampt met overgewicht. Een belangrijke oorzaak hiervan is dat kinderen te weinig bewegen. Ook op nationaal niveau blijkt minder dan tien procent van de leerlingen in de basisschoolleeftijd te voldoen aan de bewegingsnorm. De effecten van meer bewegingsonderwijs zijn in het PO het grootst, maar verbetering van het bewegingsonderwijs is nog niet wettelijk verankerd. De Latijnse School geeft meer bewegingsonderwijs dan gemiddeld en bovendien gegeven door vakdocenten.

Muziekonderwijs

Uit onderzoek blijkt dat het muziekonderwijs op Nederlandse basisscholen beter kan: minder dan 14% van de scholen vindt dat leerkrachten in grote mate deskundig zijn voor het geven van muziekonderwijs. De Latijnse School biedt muziekonderwijs aan op een hoger niveau (door vakdocenten) en vaker (dagelijks).

Culturele diversiteit

Veel scholen vinden het lastig om culturele en etnische diversiteit in het onderwijs de aandacht te geven die het verlangt en de verschillende culturen op een vruchtbare manier te benutten. Meertaligheid vergroot de sociale vaardigheden en het kunnen omgaan met meertalige achtergronden en verschillende culturen.