Het schooljaar wordt ingedeeld in vijf perioden van acht weken. In elke periode staat steeds een van de talen centraal. Iedere periode wordt afgesloten met een projectweek in alle groepen en in alle vakken.
Zo kunnen de lessen in de vreemde taal en cultuur die in die periode centraal staat aan het einde van de acht weken worden afgesloten met o.a. een concert van het schoolkoor, toneeluitvoering, aandacht voor de geschiedenis en aardrijkskunde van de landen waarin de taal gesproken wordt, natuurwetenschappen en levensbeschouwing.
Groep 1 t/m 5
Het aanbod van vreemde talen vindt plaats in de vorm van liedjes, gedichtjes, toneel, beeldende vorming, verhalen vertellen en voorlezen, gekoppeld aan thema’s uit de lesmethode.
Groep 6 t/m 8
Voor leerlingen die dit willen en aankunnen bestaat in de bovenbouw de mogelijkheid om naast het spelenderwijs leren van vreemde talen dit ook op een serieuzere manier te doen, in de vorm van een z.g. ‘Plusklas’. Samen met ouders en kind wordt gekozen voor extra aanbod, waarbij de leerkracht/school adviseert.
Voor alle groepen (1–8) geldt dat de invalshoek van Grieken en Romeinen bij de diverse vakken voor alle leerlingen hetzelfde is, evenals de vakoverstijgende projectweken: deze worden steeds schoolbreed en vakoverstijgend aangeboden.